Een tandimplantaat is een kunstmatige vervanging voor een tandwortel. Het is meestal een klein schroefje van titanium (of een ander lichaamsvriendelijk materiaal) dat in het kaakbot wordt geplaatst. Hierop kan later een kroon, brug of kunstgebit worden bevestigd, zodat het eruitziet en functioneert als een echte tand.
Kort samengevat:
• Implantaat = de kunstwortel in het bot.
• Opbouw = het verbindingsstuk bovenop het implantaat.
• Kroon/brug/prothese = wat uiteindelijk zichtbaar is in je mond.
Onderstaand vindt u stap voor stap uit hoe het plaatsen van een tandimplantaat meestal verloopt:
1. Vooronderzoek
De tandarts of implantoloog maakt eerst een uitgebreid onderzoek van je mond, vaak inclusief röntgenfoto’s of een 3D-scan. Ze kijken naar de hoeveelheid kaakbot en de gezondheid van je tandvlees.
2. Planning en voorbereiding
Soms is er eerst een behandeling nodig, bijvoorbeeld een botopbouw (als je niet genoeg kaakbot hebt).
3. Plaatsen van het implantaat
Tijdens een kleine chirurgische ingreep wordt het implantaat in het kaakbot geschroefd. Dit gebeurt onder lokale verdoving.
4. Genezingsperiode (osseointegratie)
Het implantaat moet vastgroeien in het kaakbot. Dit duurt meestal 2 tot 6 maanden. Tijdens deze periode vermijdt je zware belasting op de plek van het implantaat.
5. Plaatsen van de kroon of prothese
De tandarts maakt een afdruk en laat een passende kroon of brug maken die mooi aansluit bij je andere tanden. Vervolgens wordt deze definitief vastgezet.
Belangrijk om te weten:
• Een goede mondhygiëne is essentieel voor het succes van het implantaat.
• Implantaten kunnen een leven lang meegaan, maar soms moeten ze na tientallen jaren vervangen worden.
De risico’s en alternatieven voor een tandimplantaat:
Risico’s bij een tandimplantaat
• Infectie: Na het plaatsen kan er een ontsteking optreden rond het implantaat (peri-implantitis), vooral bij slechte mondhygiëne.
• Niet vastgroeien: Soms hecht het implantaat niet goed aan het bot, dan moet het verwijderd worden.
• Beschadiging van zenuwen of bloedvaten: Heel zeldzaam, maar mogelijk als het implantaat te dicht bij een zenuw geplaatst wordt.
• Afstoting: Hoewel titanium bijna nooit allergische reacties geeft, kan het lichaam in enkele gevallen het implantaat afstoten.
• Botverlies: Als je niet genoeg kaakbot hebt, kan het implantaat los komen te zitten op lange termijn.
Gelukkig is de slagingskans tegenwoordig erg hoog — rond de 95-98% bij gezonde patiënten.
Alternatieven voor een implantaat
1. Brug
Hierbij worden twee gezonde tanden aan weerszijden van het gat afgeslepen, en daaroverheen komt een brug met een ‘neptand’ in het midden.
• Voordeel: Geen operatie nodig.
• Nadeel: Gezonde tanden moeten worden aangepast/slijpen.
2. Uitneembare prothese
Een losse kunsttand die je overdag draagt en ’s nachts uitneemt.
• Voordeel: Goedkoper en sneller klaar.
• Nadeel: geen comfort en uitneembaar
Samenvatting:
Een implantaat is meestal de meest natuurlijke, vaste en duurzame oplossing. Maar bij gebrek aan voldoende bot, of bij medische problemen, kan een brug of uitneembare oplossing beter zijn.